vergeven

{{vergeven}}{{/term}}

1 [kwijtschelden] forgive ⇒ 〈ook juridisch〉 pardon, 〈door priester〉 absolve

2 [vergiftigen] poison

3 [uitdelen] give (away)

♦voorbeelden:

1   ik kan mezelf nooit vergeven, dat ik … • I can never forgive myself for (…ing)

     vergeef mij! • forgive/pardon me

2   zich vergeven • poison oneself

     〈figuurlijk〉 van iets vergeven zijn • be infested with

     〈figuurlijk〉 het huis is vergeven van de stank • the house is pervaded by the stench

     vergeven van de luizen • lice-ridden, crawling with lice

3   er zijn nog twee banen te vergeven • there are still two jobs open

     zij heeft zes vrijkaartjes te vergeven • she has six free tickets to give away